Jan Brouwer heeft hier een groep van drie koopmanshuizen laten bouwen, nr 247, 248 en 251, waarvoor hij in 1615 twee erven gekocht heeft.
Het 25 voet brede middelste nr 249 op de tekening uit het grachtenboek geeft de toestand nog weer zoals ze gebouwd zijn: elk met een trapgevel, de beide buitenste panden, nr 247 en 251, ieder 18 voet breed met grote trappen waartegen vleugelstukken en een getoogd fronton, daaronder De Prins - Prins Maurits, gestorven in 1625.
Ze hebben dan kozijnen met onderluiken, ontlastingsbogen en een stoep die voor de buitenste huizen resp. links en rechts geplaatst zijn en voor het middelste huis ongeveer in het midden.
Het hele blok is lang eigendom gebleven van de stichter Jan Brouwer.
Dit huis wordt in 1683 eigendom van Pieter Coenen, koopman en in 1721 van de weduwe van Joan van Wassenaar die het volgens de afbeelding heeft laten vernieuwen: een 5,11 m. brede halsgevel met onder de vleugelstukken lamberkijns en een getoogd fronton met voluten, een kuif en een stoep.
Boven de deur van dit pand staat: SI DEUS PRO NOBIS QUIS CONTRA NOS - Romeinen 8 vers 31 - ( Als God vóór ons is, wie is er dan tegen ons).
Begin 19de eeuw is de hals vervangen door een rechte kroonlijst met blokvullinglijst. Verder heeft het een zadeldak. De oude stoep is bewaard gebleven. In het fries staat nog bovengenoemde spreuk.
In dit huis heeft vanaf 1759 tot zijn dood in 18 juni 1777 de bekende dagboekschrijver en stadschroniqueur Jacob Bicker Raye gewoond.
Jacob Raye - Amsterdam, 15 augustus 1703 – Amsterdam, 18 juni 1777 - is afslager op de Grote Vismarkt van 20 februari 1736 tot 18 juni 1777, kapitein van de schutterij bij de Amsterdamse burgerwacht van 1736 tot 1748 en stadschroniqueur van 1732 tot 1772. Hij is de jongere broer van Gouverneur van Suriname Joan Raye [1699-1737].
Raye stamt uit een koopmansfamilie die na de val van Antwerpen (1585) naar Amsterdam is getrokken. Zijn grootvader heeft in 1660 de ambachtsheerlijkheid Breukelerwaard bij Maarssen gekocht.
Zijn vader is een welgestelde suikerraffinadeur in Amsterdam en zijn moeder is afkomstig uit een zijtak van één van de voornaamste Amsterdamse regentenfamilies, de Bickers. Met name haar connecties zullen behulpzaam zijn geweest voor de carrière van hun kinderen.
Het is dan ook niet voor niets dat Raye zich in zijn volwassen leven ook haar achternaam aanmeet.
Op zijn negentiende begint hij zijn levenslange loopbaan als ambtenaar, eerst als ontvanger van de verbruiksbelasting op turf en kolen, vanaf 1729 als boekhouder van het korenboek en vanaf 1736 als kapitein van de schutterij in de Amsterdamse burgerwacht en als afslager op de grote vismarkt op de Dam.
Dat laatste heeft hij overgenomen van zijn oudere broer en is hij blijven doen tot het einde van zijn leven, hoewel zoals gebruikelijk in die dagen het eigenlijke werk wordt gedaan door een plaatsvervanger.
Als u opmerkingen of aanvullingen hebt op de tekst hierboven, wilt u dan ook het huisnummer erbij vermelden.
Uw e-mail adres wordt alleen maar gebruikt om eventueel op uw opmerkingen te reageren.
Foto's of andere informatie vande panden kun u ook zenden naar info@amsterdamsegrachtenhuizen.info.